Een overgrote meerderheid van de potentiële kopers op de huizenmarkt kijkt alleen nog naar energiezuinige woningen met een hoog energielabel. Dat meldt ING na onderzoek door marktvorser DVJ Insights.

De onderzoekers hebben ruim 1.100 consumenten ondervraagd die binnen twee jaar een huis willen kopen of al een koopwoning bezitten.

86 procent van de respondenten vindt dat een huis minimaal energielabel C moet hebben. 30 procent zegt niet eens te kijken naar woningen met een lager label dan A. Een klein deel (1 procent) van de deelnemers aan het onderzoek vindt juist een G-label aantrekkelijk. Hun motief is vooral dat deze woningen goedkoper zijn en dat je zelf waarde kunt toevoegen aan het huis.

Energielabels geven aan hoe energiezuinig een woning is. De classificatie gaat van A tot en met G. Huizen met het label G zijn het minst energiezuinig en woningen met de labels A, B en C worden gezien als energiezuinig en duurzaam. Het allerhoogste label is A++++.

Kostenbesparing is de belangrijkste reden om voor een hoger energielabel voor de woning te kiezen

De meeste mensen willen volgens ING een huis met een hoog energielabel om kosten te besparen. Ook comfort en het milieu zijn voor ondervraagden belangrijke redenen om voor een energiezuinig huis te kiezen of de woning duurzamer te maken. Maar als zorg voor het milieu wordt afgezet tegen kostenbesparing, dan kiest een ruime meerderheid van 79 procent voor het laatste.

Een energiezuinige woning verbruikt vaak minder gas dan een woning met een laag label. Sinds de oorlog in Oekraïne is de gasprijs flink gestegen en daarmee ook de stookkosten. Je kunt hierop besparen door bijvoorbeeld het huis te isoleren of zonnepanelen te installeren. Dergelijke maatregelen zorgen er ook voor dat een woning meer waard wordt.

Lees ook: Huizen met hoger energielabel leveren meer op: zoveel hoger ligt gemiddelde verkoopprijs met hoger label

Het onderzoek van ING wijst ook uit dat veel ondervraagden bereid zijn om extra in de buidel te tasten voor een woning met het label C of hoge. De meerderheid wil hiervoor tussen de 2,5 procent en 7,5 procent meer neertellenn.

Investeringen voor een hoger energielabel moeten binnen 6 jaar worden terugverdiend

Een ruime meerderheid van de respondenten (84 procent) is van plan om aanpassingen te doen om het energielabel te verbeteren. Meer dan een derde (35 procent) is daar al mee bezig.

Ze vinden wel dat het niet al te lang mag duren voordat de investering is terugverdiend. Voor iets minder dan de helft van de respondenten (45 procent) is dat maximaal drie jaar, voor 42 procent vier tot zes jaar. Slechts 13 procent van de ondervraagden is bereid langer te wachten totdat de investering is terugverdiend.


Bron: ING

Wim Flikweert, manager Wonen bij ING, vraagt zich af of iedereen een reëel beeld heeft van de terugverdientijd van verduurzamingsmaatregelen. "Terugverdienen kan langer duren dan verwacht, bijvoorbeeld als de regelgeving of voorwaarden veranderen." Hij wijst op de huidige discussie over mogelijke terugleverkosten voor bezitters van zonnepanelen, wat de terugverdientijd kan verlengen.

"Dit hoeft niet erg te zijn", stelt Flikweert. "Je voegt met verduurzaming namelijk ook waarde toe aan je huis en dat wordt niet meegenomen in de berekening van de terugverdientijd. De beloning ligt dan wel wat verder weg, want in je maandelijkse budget merk je niet veel van een waardestijging op je woning. Maar hij wordt wel aantrekkelijker te verkopen.”

LEES OOK: Hoger energielabel voor je huis: deze stappen kun je zetten om energierekening te drukken en een woning aantrekkelijker te maken voor verkoop